Ik ben heel goed in piekeren

Ik heb het in de gaten hoe mindfulness voor mij werkt”. Met deze zin begint Anne de sessie als we aan de thee zitten. Een grote glimlach siert haar gezicht. “Oh ja, ik zie dat jij daar blij mee bent, kan jij mij daar meer over vertellen”, vraag ik. “Zeker wel! ik ben net naar jou toe gekomen en ik heb niet extra gecontroleerd of de kat wel veilig in zijn hok zit.” “Vertel verder”, moedig ik aan. “Nou ik ben best trots op mijzelf, want dit leek enkele weken geleden onmogelijk maar nu heb ik dit toch gedaan.”

Dit moet een hele overwinning voor Anne zijn. Ik herinner mij de reden waarom Anne aan de training begon, piekeren, daardoor een angststoornis, en hoe zij probeert hier controle over te krijgen.
Anne vertelt verder. “Ik moet je wat opbiechten, toen jij vroeg of ik wist wat de oorsprong van mijn gedrag kon zijn, weigerde ik aan mijzelf toe te geven dat dit misschien weleens uit mijn jeugd kon komen. Ik moest vroeger namelijk alles goed doen om mijn moeder blij te maken en dat breekt me nu op. Ik dacht bij alles wat ik deed ‘zou mijn moeder dit wel goed vinden’ of ‘wat zou mijn moeder ervan vinden’. Het ergste is: mijn moeder leeft niet meer. Dus ik hoef ook niets te bewijzen.”

“Dit is een bijzondere gedachte, is het voor jou mogelijk dit positief om te buigen “, is mijn reactie. “Dat denk ik wel, want zo blijven denken maakt niet dat het verleden verandert. Nu kan ik zelf kiezen hoe ik met dit gevoel omga. Ik ben dus zelf onbewust in de slachtofferrol gaan zitten. Ik denk dat mijn moeder niet eens wist dat zij dit bij mij opriep.”

Anne moet om zichzelf lachen. ”Ik besef nu dat ik een keuze heb hoe hier mee om te gaan, het geeft mij weer hoop. Ik kan weer de baas over mijzelf worden en niet dat gepieker, want dat lijkt nu mijn leven te bepalen.”