Adem, dat heb je altijd bij je

Mijn cliënt zit zenuwachtig met haar vingers op de leuning van de stoel te trommelen. Haar ademhaling gaat veel te snel. Ze voelt zich duidelijk niet op haar gemak. Ze vertelde vorige week al dat ze last heeft van paniekaanvallen. Om haar gelijk te laten ervaren hoe zij zo’n aanval zelf kan opvangen doe ik een ademhalingsoefening.

“ Ik zie dat je snel en hoog adem haalt, tijd voor de ademhalingsoefening die wij geoefend hebben. Doe maar met mij mee.” Ze kijkt mij geïrriteerd aan maar knikt wel ‘Ja’. “Goed”, begin ik, “ leg nu je handen op je onderbuik, net als ik, dan zullen wij dit samen doen.” Ze doet mij na en kijkt mij vragend aan. “Ja, dat is goed,” reageer ik.

“Adem nu naar je handen toe, kijk zo” en weer doe ik het voor. “Doe je ogen nu dicht en adem langzaam en rustig, twee keer in door je neus en adem daarna langzaam, met open mond , in vijf tellen uit. Adem maar met mij mee. Mijn cliënt ademt rustig mee maar als ik stop, begint zij weer sneller te ademen. Ik roep haar naam en zeg: “Adem maar rustig zoals je net deed,” en ik herhaal nogmaals de instructies.

Ondertussen zeg ik op neutrale toon: “dit gebeurt, niet leuk, maar jij bent de baas, je hoeft alleen maar te ademen en dit een aantal malen te herhalen in een rustig tempo.” Na enkele minuten zie ik dat ze rustiger wordt en zich ook lijkt te ontspannen.

“Doe je ogen maar weer open en vertel mij eens hoe jij je nu voelt” vraag ik. “Wat goed dat jij dit zag, ik probeer het te verbergen want ik wil dit helemaal niet”, zegt ze.  “Aha, vandaar je geïrriteerde blik toen ik de ademoefening voorstelde, maar wat maakt nou dat dit gebeurt,” wil ik graag weten.

Ze reageert ietwat verontschuldigend, “ik heb van de week een etentje buiten de stad, dan moet ik de snelweg op en dan kan ik in een file komen. Ik dacht daaraan en ik voelde al de paniek. Nu merk ik dat ik dit ook kan opvangen door op deze manier te ademen. Hier kan ik wat mee, kunnen we dit dan nog een keer ‘droog’ oefenen?” vraagt ze. “Ja dat kan,” antwoord ik, “als je op de snelweg maar wel je ogen open houdt bij de ademhalingsoefening…”